Illbruck

Diverse trends zichtbaar bij luchtdicht bouwen

14-04-2020 door Ing. Frank de Groot van Bouwtotaal in samenwerking met Jesper van de Laak van CPG Nederland

“We zien dat er bijvoorbeeld meer vraag komt naar droge oplossingen voor luchtdicht bouwen. Het gebruik van banden neemt in toenemende mate de plaats in van zogenoemde natte oplossingen, in verband met de opkomst van circulair bouwen”, zegt Jesper van de Laak, Technical Manager luchtdicht bouwen bij CPG Nederland. Daarnaast is de algemene aandacht voor luchtdicht bouwen sterk aan het toenemen door de komst van de BENG-eisen en de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen in 2021.

“Ik merk dat de kennis over luchtdicht bouwen bij veel beleidsmakers en marktpartijen nog laag is, waardoor er veel misverstanden zijn. Zo is er te weinig besef dat luchtdicht bouwen steeds noodzakelijker wordt om aan nieuwe wet- en regelgeving te kunnen voldoen en verblijfsruimten comfortabel te houden”, zegt Jesper van de Laak. “Er wordt vooral gedacht aan extra isoleren, maar als je de luchtdichtheid niet op orde hebt dan verdwijnt de warmte alsnog. Het gevolg: een oncomfortabele verblijfsruimte en hoge stookkosten. Extra investeren in isolatie loont alleen als je ook investeert in luchtdichtheid.”

LTV rukt op

Van de Laak wijst op de BENG-eisen die vanaf 1 januari 2021 van kracht gaan. In de bijbehorende nieuwe bepalingsmethode NTA 8800, is de Primaire Energie Factor (PEF) voor elektriciteit vorig jaar van 2,56 naar 1,45 verlaagd, waardoor het rendement van het landelijke elektriciteitsnet is opgewaardeerd van 39% naar 69%. Dit betekent dat elektrische apparaten hiermee theoretisch 76% procent beter presteren dan nu het geval is. “Dit betekent dat bijvoorbeeld de woningmarkt massaal zal inzetten op elektrische (warmte)voorziening, zoals warmte- pompen. Deze worden altijd ingezet in combinatie met lage temperatuurverwarming (LTV), zoals vloerverwarming.

Om dan een comfortabele woonruimte te krijgen moet een woning wel goed geïsoleerd en luchtdicht zijn. Bovendien zorgt luchtdichting ook nog eens voor een goede geluidwering.” Sjoemelen wordt vanaf volgend jaar ook heel lastig, met de komst van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen. “Die wet zorgt ervoor dat nieuwbouwwoningen bij oplevering worden getoetst aan de bouwregelgeving en niet bij de aanvraag van een omgevingsvergunning. De luchtdichtheid zal dan vaker worden getest met bijvoorbeeld een blowerdoortest of thermografische metingen. En hoe leg je die luchtdichtheid vervolgens vast in het gebouwdossier? Ook daar kunnen wij bedrijven bij ondersteunen.”

Circulair bouwen

Een andere ontwikkeling die van invloed is op luchtdicht bouwen, is circulair bouwen. Van de Laak legt uit: “Bij circulair bouwen streef je naar demontabel bouwen. Dat is lastiger bij het toepassen van schuimen en kitten, om aansluitingen luchtdicht te krijgen. Daarom zien we een toenemende vraag naar droge oplossingen, zoals onze illbruck TN119 Muurplaatband.”

Voor de luchtdichting van aansluitingen in het werk wordt er steeds vaker van binnenuit gewerkt. “Je bent dan niet afhankelijk van weersomstandigheden en de aanwezigheid van steigers. Dat laatste is belangrijk, omdat er bij het aanbrengen van prefab gevelelementen steeds vaker steigerloos wordt gewerkt. Men brengt dan bijvoorbeeld in het werk samendrukbare schuimbanden aan, die later achter de binnenafwerking worden weggewerkt. Wat we ook zien is het gebruik van een rugvulling, die later aan de binnenzijde met een kwastbare of spuitbare coating wordt afgewerkt.”

Innovatief

Naast samendrukbare schuimbanden, worden er ook zwelbanden (geïmpregneerde, voorgecomprimeerde schuimbanden) gebruikt bij luchtdicht bouwen. Dit type band zet uit na het aanbrengen. De luchtdicht bouwen specialist noemt als veel gebruikte zwelband de illbruck TP600 illmod 600. Dit betreft een geïmpregneerd, voorgecomprimeerd PU-schuimband. “Dit zogenoemde gecomprimeerd schuimband zit strak opgerold. Nadat dit band wordt losgerold, wordt het bijvoorbeeld in een dilatatievoeg geschoven en vastgedrukt door middel van de eenzijdige lijmlaag. Afhankelijk van de luchttemperatuur en temperatuur, leeftijd en dikte van het band, zwelt deze langzaam op. Hierdoor wordt de aansluiting slagregendicht afgesloten. In de zomer is het verstandig het band wat koeler op te slaan, waardoor het niet te snel uitzet na het afrollen. Dan is er wat meer tijd voor een goede applicatie. Na het aanbrengen is het band bestand tegen de zwaarste combinaties van wind en regen, zoals een slagregendichtheid van maximaal 600 Pascal.”

Voordeel van het band is dat het zowel waterkerend als damp-open is, waardoor de constructie kan blijven ademen. “We geven maar liefst vijftien jaar garantie op functionaliteit.” Bovendien is dit band brandveilig te gebruiken in gevelconstructies. De brandklasse bedraagt volgens EN 13501-1: B-s1-d0. De opvolger van TP600 illmod 600 is tevens volop in ontwikkeling. “Deze opvolger heeft straks geen schutfolie nodig, om de band op de rol van elkaar te scheiden. Dat scheelt weer afval”, aldus Van de Laak. Hij wijst verder op de toenemende vraag naar EPDM folies, die gebruikt worden om bijvoorbeeld kozijnen lucht- en waterdicht aan te sluiten op de constructie. “Ze verdringen steeds meer de DPC-folies. EPDM wordt niet voor niets als dakbedekking gebruikt: het is zeer sterk en heeft een lange levensduur.”

Met de toenemende aandacht voor luchtdicht bouwen zullen de ontwikkelingen bij de luchtdichte oplossingen de komende jaren doorgaan, volgens Van de Laak. “Door de opkomst van industrieel, circulair en energieneutraal bouwen wordt luchtdicht bouwen steeds kritischer. Dat vraagt een voortdurende productontwikkeling maar ook kennisdeling. Wij zijn dan ook steeds vaker kennispartner voor marktpartijen.”

Bron: Bouwtotaal 02-2020
Ing. Frank de Groot